Ben ik een autist of gewoon een leugenaar?
En waarom "iedereen heeft dat, zenne" niet het juiste antwoord is.
Ik neem jullie even mee naar de middelbare school. Maakt niet uit hoe oud je bent of hoe lang dat geleden is, je herinnert je vast levendig de LO-lessen. Er zijn twee opties: ofwel was jij zo een sportieveling die hield van de LO-lessen en daar elke week naar uitkeek omdat je dan niet op de schoolbanken hoefde te zitten, ofwel was je zo iemand die LO haatte met een passie en met zo min mogelijk interactie zo snel mogelijk die twee uur probeerde door te komen.
Ik zat absoluut in die tweede categorie.
En ik denk oprecht dat ik, in een parallel universum, resoluut in de eerste groep had gezeten, moesten een aantal dingen anders gelopen zijn. En nu, zoveel jaren later, kan ik eindelijk benoemen waarom.
Leugentjes om bestwil
Ik haat blote benen.
Nu terugkijkend met de kennis die ik nu heb, kan ik zeggen: ik heb sensorische problemen met blote benen. Ik voel me comfortabeler wanneer mijn benen bedekt zijn, door een jeans, een legging of een nylonkous. Driekwartsbroeken kunnen nog, maar alles korter dan de knie kan ik niet verdragen.
Maar voor LO moesten we in korte broek.
En ik wist toen nog niet hoe ik mijn problemen moest benoemen.
En dus was ik oncomfortabel.
En dus zocht ik elke mogelijke uitvlucht om niet mee te moeten sporten.
Mijn regels durfden al wel eens een paar dagen langer duren dan gemiddeld, gewoon om niet mee te moeten rollen en kruipen en springen. Meelopen in het park? Gaat niet, ik heb mijn enkel verstuikt. Klimmen op het touw? Oh nee, ik val er na 20 cm af, ‘t is de beurt aan de volgende. Jammerrrr.
Veel mensen met autisme hebben een extreem rechtvaardigheidsgevoel en liegen niet graag. Ik hoor daar zeker en vast bij. Moeten liegen - tegen de leerkracht, tegen mijn huisarts, tegen mijn ouders, tegen mijn klasgenoten - was niet fijn, maar het werd zodanig iets noodzakelijks, dat ik mij er zelfs niet meer schuldig over voel.
Het ergste is, ik weet zelfs niet meer welke van deze dingen echt waren, en welke verzonnen, of misschien een self-fulfilling prophecy van psychosomatische klachten. Ik weet gewoon dat ik blij was wanneer ik eens een weekje niet mee moest doen.
Ik had geen probleem met LO zelf - eigenlijk vond ik al de oefeningen en verschillende sporten uitproberen best leuk. Aerobics op Uptown Girl? Sign me up! Maar het moeten doen in een korte broek was te veel, te moeilijk, en dus zag het er voor iedereen - ook voor mij - uit alsof ik LO haatte.
Benencomplex
“Maar Amy, heb je dan nooit gevraagd of het in lange broek mocht?”
Ja, eigenlijk wel. Enkele keren heb ik geprobeerd met de uitvlucht “mijn short zit in de was, dus ik heb een lange turnbroek mee”. Die LO-lessen waren oprecht veel leuker. Andere keren droeg ik opzettelijk net een rokje of kleedje, en dan hield ik mijn nylonkousen gewoon aan onder mijn short. Dat was niet zo handig om in te sporten, maar voor de sensorische ervaring wel veel comfortabeler. Ook dat was niet oké, want het-moeten-blote-benen-zijn-Amy. Waarom? Geen idee.
Toen ik uiteindelijk toegaf dat ik gewoon niet graag in blote benen rondliep, kreeg ik het volgende te horen: “Maar Amy, elk meisje heeft wel een complex over iets. Je benen zijn gewoon benen, die mogen er best wel zijn, je hoeft je daar niet voor te schamen.”
Deed ik dat dan, mij schamen voor mijn benen? Was dat het gewoon? Eerst twijfel je nog, en denk je, “maar neen, dat is het helemaal niet, ik vind shorten gewoon stom.” Maar als genoeg mensen je dat zeggen, begin je het na een tijdje te geloven. En voor de rest van mijn middelbare schoolleven dacht ik dan dat ik een benencomplex had, dat ik mij schaamde voor mijn lichaam, en dat ik dààrom geen korte broek durfde dragen. Ik verplichtte mezelf dan maar, en heb me wekelijks twee uur (en bijgevolg de rest van die dag, ook) enorm slecht in mijn vel gevoeld - terwijl ik mij eigenlijk gewoon heel erg slecht voelde in die short.
Had het een verschil gemaakt of ik toen al wist dat ik autistisch was, en dit een sensorisch ding was? Misschien. Ik had in elk geval de woorden gehad om het te kunnen uitdrukken, wat mij meer kans had gegeven om een uitzondering te krijgen, of - een meisje kan dromen - het stomme schoolreglement met die stomme regel te laten veranderen. Want laat ons eerlijk zijn, maakt het nu uit of die tieners daar in een korte short staan of een trainingsbroek? Als ze gemotiveerd meesporten, is dat toch oké?
Ik ga niet doen alsof ik nu een atleet in topconditie was geweest, als ik lange broeken mocht dragen in de LO-lessen, maar ik denk wel dat die optie mij een gezondere relatie tot sport in het algemeen had gegeven. Meer autonomie over mijn lichaam, alvast. En meer goesting, dat ook. Misschien had ik wel een talent ontdekt. Misschien was ik stiekem wel keigoed in klimmen, als ik na enkele centimeters niet opgaf, of was ik een geboren hoogspringer, als ik niet opzettelijk tegen de lat ging om er sneller vanaf te zijn.
Mijn beperking - of het gebrek aan begrip en (h)erkenning ervoor - heeft mij de kans ontnomen om dat te kunnen ontdekken. En dat vind ik oprecht jammer. Nu is de enige marathon waar ik aan meedoe, eentje op Netflix - en dan wél in trainingsbroek.